Er dient een interactieve en transparante planningssystematiek opgezet te worden voor spoormaterialen. Niet alleen voor spooraannemers, maar ook voor toeleveranciers. Dit helpt de sector om beter in te spelen op crisissituaties, zoals de oorlog in Oekraïne. Dit stelt Erno Chevallier van voestalpine Track Solutions Netherlands, die onlangs afscheid heeft genomen als directeur Strategische Ontwikkeling.
Chevallier heeft op 1 april 2021 het stokje in het directieteam aan Wouter Lampe overgedragen na een carrière van 36 jaar in de spoorsector. Hij is het afgelopen jaar nog wel als adviseur van de directie aan voestalpine Track Solutions Netherlands verbonden geweest. Zijn carrière in de spoorsector startte in 1986 bij NS, waar hij begon als projectleider bij de Dienst van Exploitatie Gebouwenonderhoud. In 1989 werd Chevallier sectorhoofd bij de Dienst Infrabeheer afdeling Sturing & Energievoorziening bij het spoorbedrijf.
Chevallier stelt dat dit “de volgende fase in de doorontwikkeling van goed supply chain management” is in de spoorbranche. “Willen we betere kwaliteit en service bieden, dan zullen we nog beter samen moeten werken.” Dat geldt volgens hem ook als het gaat om inspelen op trends als Artificial Intelligence en Internet of Things. “Dit gebeurt al voor een deel in het ProRail DataLab."
“Dit is een goede basis voor de branche om op korte en lange termijn in te kunnen spelen op (aankomende) storingen. Nu werkt iedereen nog met opzichzelfstaande meetsystemen, maar dit zou nog meer moeten worden samengevoegd en gecombineerd met de beschikbaarheid van reserve-onderdelen. Ook die vorm van evolutie vraagt om verdere samenwerking”, zegt hij.
De spoorsector zou zich volgens Chevallier moeten afvragen of het nog steeds “de compleet vrije markt wil of een variant hierop”. De positieve effecten van vrije markt en concurrentie koesteren, maar de realiteit van de afhankelijkheid van één opdrachtgever onder ogen zien. “Lange termijn partnerships zouden kunnen helpen, waar partijen meer samenwerken aan gemeenschappelijke doelen dan aan individuele korte termijn contract-optimalisatie."
"Bijvoorbeeld bij de PGO-contracten (Prestatie Gericht Onderhoud, red.) heb je nu een periode van vijf jaar. Binnen deze in spoortermen korte periode moet de aannemer binnen de strenge condities van het contract zien dat hij ook nog wat geld verdient. Onze visie is dat je samen moet kijken hoe je de veilige beschikbaarheid van het spoor en de lifecycle-kosten over een veel langere periode zou kunnen optimaliseren.”
Chevallier: “Het zou om te beginnen goed zijn als ProRail in kaart brengt hoe de markt van de spoorbouwmaterialen gestructureerd zou moeten zijn en daarover in gesprek gaat met de toeleveranciers. Partijen zouden duidelijk naar elkaar moeten uitspreken wat ze van elkaar verwachten. We hebben daar uiteraard ideeën over en willen daarom ook graag meedenken over die plannen.”
Het interview met Erno Chevallier is geschreven door Marieke van Gompel (SpoorPro) en geredigeerd door Kenneth Steffers (SpoorPro).